In de media – Sport en Strategie

In de media – Sport en Strategie

“Het in de kracht zetten van bestuurders en de sleutelfiguren van de vereniging is waarschijnlijk het allermooiste aan mijn opdrachten, naast het werken met mensen met een enorme passie. Recent mocht ik naar Geleen voor een ijshockeyvereniging. De passie en betrokkenheid spatten ervan af. Maar toch liep men tegen een cultuurprobleem aan: Hoe gaan we met elkaar om? Wat accepteren we van elkaar en wat niet? Om daarop antwoord te kunnen geven hebben we de vergelijking gemaakt met een huis: je moet je bij de vereniging thuis voelen, maar er zijn ook huisregels waaraan iedereen die ‘leeft binnen dit huis’ zich moet houden. Zijn dat niet jouw huisregels? Dan is het niet jouw huis en zul je op zoek moeten naar een ander huis. Dat is natuurlijk wel spannend… Want je zou daardoor zomaar leden kunnen kwijtraken. Toch is dat precies wat cultuurbewaking doet: ervoor zorgen dat ongewenste elementen geen grip krijgen op de vereniging. Als dat namelijk wel gebeurt, gaan ánderen weg. Zij voelen zich dan niet meer thuis, of erger nog: zij voelen zich niet meer veilig.

De metafoor van het huis maakt duidelijk wat er van alle leden (en ouders) verwacht wordt. Deze methodiek heb ik eerder neergezet bij een volleybalvereniging, waarna er een duidelijke cultuurverandering heeft plaatsgevonden. Puur omdat duidelijk werd hoe men met elkaar wilde omgaan, omdat het ook echt op papier stond. Ook de ijshockeyvereniging is nu aan het huis aan het bouwen. Wat mijn taak daarbij is? Vragen stellen. Heel veel vragen stellen. Lastige vragen. Doorvragen op onderwerpen waarover we het liever niet hebben… Of in elk geval niet als iedereen erbij is. Ik zie mijn taak op zo’n moment als het licht aandoen, zorgen dat alles op tafel komt en zaken uitgesproken worden. Dat er consensus bereikt wordt en dat dat wordt vastgelegd. Zodat men een koerswijziging kan maken.

Mijn missie is dat het navolgbaar is, dat ze het in principe de volgende keer zelf kunnen. Al word ik vaak teruggevraagd, omdat ik lastige vragen kan stellen en ingewikkelde discussies kan aanwakkeren… Ik ga immers weer weg. Stiekem blijf ik toch betrokken. Ik ben steeds benieuwd naar hoe de vereniging het blijft doen. Ik ben een beetje het vangnet.

De vereniging is zo’n waardevol element in onze samenleving: ze zorgt ervoor dat mensen ergens bij horen. Laten we daar met z’n allen zuinig op zijn en laten we samen zorgen voor sterke en vitale verenigingen

Mijn credo als procesbegeleider:
een doorsnee vereniging wordt bestuurd door gepassioneerde vrijwilligers;
de doorsnee bestuurder is op meerdere vlakken actief;<
het doorsnee verenigingsprobleem sluimert al een tijd voordat er een professional bij gehaald wordt;
de procesbegeleider is zuinig op de passie, zich bewust van de actieve rol en houding van de bestuurder en helpt de vereniging het probleem op een dusdanige manier op te lossen dat ze het de volgende keer zelf kunnen.”

Het artikel in sport en strategie is hier te lezen

In de Media – 35 jaar NVVO

In de Media – 35 jaar NVVO

CV Ine Klosters (26-02-1969)

Gestart met volleybal in 1979 in Hilvarenbeek in 1987 als trainer gestart. Naast diverse managementfuncties in het bedrijfsleven steeds bestuurder, trainer en volleyballer (spelverdeler) geweest tot 2014. Vanaf 2009 opleider voor de Nevobo, vanaf 2010 docent voor het NocNsf voor het veilig sportklimaat. In 2011 jongensteam spike-it opgezet in samenwerking met VV Nederhorst en Oberon uit Weesp. In 2011 – 2013 Assistent trainer/coach 1e divisie dames in Dinxperlo. vanaf 2014 ondernemer voor de Nevobo. Vanaf 2015 ook actief als opleider voor andere sportbonden zoals NOB, IJshockeybond, NTFU, etc.

 

Werken met je passie is rijkdom

Sinds mijn 10e volleybal ik, sinds mijn 18e ben ik trainer. Dat is inmiddels 30 jaar geleden. Als ik terug denk aan mijn volleybal carrière, als je dat zo mag noemen, was ik lange tijd slechts op mijn eigen clubje gericht, ik had geen idee van de Nevobo of de oranje-teams. Ik begon bij VCH in Hilvarenbeek (Nu de Hilver) en ben daarna bij Sarto in Tilburg gaan trainen en training geven. Ik was op het verkeerde moment op de verkeerde plaats en de tc had me gevangen “Zeg Ine, jij bent hier toch altijd…. Zou je dan niet een leuk miniteam willen trainen?”. Een vlaag van verstandsverbijstering is dan voldoende om de week daarna circa 20 gillende kinderen van een jaar of 8 hulpeloos aan te kijken en me af te vragen waar het mis is gegaan. Achteraf gezien was dit de aanzet tot mijn huidige baan. En dat is de mooiste baan die ik me kan voorstellen!

Zoals zoveel trainers deed ik maar wat, de leukste oefeningen van mijn eigen training zette ik neer bij de kleine kids. Didactisch of volleybal-technisch hebben ze waarschijnlijk helemaal niets van me geleerd. In tegenstelling tot veel andere mensen die uiteindelijk van volleybal hun baan hebben mogen maken, heb ik geen sportgerelateerde opleiding gevolgd. Ik heb HEAO Commerciële economie gedaan…. De ondernemer zat er al heel vroeg in. Ik ben het bedrijfsleven ingestroomd zonder me te realiseren dat ik ook van mijn hobby mijn werk kon maken…

Jaren later had ik diverse rollen binnen verenigingsbesturen vervuld en was ik nog steeds trainer. Ik volgde de VT3 en was niet heel erg onder de indruk, ik had er meer van verwacht. Wel was het geweldig samen te zijn met andere trainers die de VT3 volgden. Redelijk snel daarna werd ik zelf opleider voor de Nevobo en kwam steeds vaker met deze volleybalorganisatie in contact. Toen ik opleider werd heb ik gevraagd of er een beroepsperspectief in zat. Dat kon ik vergeten. Dat was absoluut niet aan de orde. Jammer, maar helaas. Ik wilde nog steeds graag opleider en leercoach zijn, het paste ook precies bij hetgeen ik in het bedrijfsleven deed.

Zoals zo vaak, als je je zinnen ergens op zet, verandert de wereld. Mogelijk had het ook wel wat te maken met de vernieuwende energie binnen de directie van de Nevobo, maar opeens was daar wel de kans om als ZZP’er aan de slag te gaan. Binnen regio West mocht ik verenigingen helpen bij de opleiding van kader en besturen. Ik kom nu regelmatig trainers tegen die op dezelfde manier als ik zijn gestart en ook geen idee hebben wat ze moeten doen. Een dankbare taak. In principe mag ik werken met mensen waarmee ik een passie deel. De constructie is simpel; ik ben franchisenemer van de Nevobo. Ik betaal een jaarlijkse fee en een fee per deelnemer om de opleidingen voor de Nevobo te mogen wegzetten. Dit is het belangrijkste contract wat ik binnen het volleybal heb. Met de verenigingen werk ik op de relatie. Ik heb geen wurgcontracten waarbij een vereniging verplicht is bij mij een opleiding af te nemen, zo werkt het volgens mij niet als je met vrijwilligers werkt waarmee je ook nog eens de passie deelt. Ik zou het ook niet kunnen. Als ik een tijdje bij een vereniging meedraai vanwege de technische of opleidingen voor het veilig sportklimaat, voelt zo’n vereniging als eigen. Ik voel me dus Simokos, Madjoe, SAJV, UVV-Sphinx, VV Nederhorst en Accretos en nog veel meer. Dan is een harde zakelijke houding niet te doen. De andere bonden kijken vol bewondering naar deze constructie en liften hier en daar mee (ik verzorg bijvoorbeeld ook een IJHT3 voor de ijshockeybond)

Voor veel opleiders was dit niet zo’n mooi verhaal als dat het voor mij is. Ook zij deden de klus met passie en plezier. Maar ze waren opeens niet meer of minder nodig…. Ik kan me voorstellen hoe vervelend dat gevoeld moet hebben.

Waar gaat dit naartoe? Er zijn erg veel volleybalopleiders in Nederland, dus kansen ten over. Ik merk wel dat alleen volleybalkennis je er niet brengt. Organisatiekunde en ondernemerschap is ook essentieel, misschien zelfs belangrijker. Daarnaast een groot volleybalhart en realisme; in Nederland ga je niet rijk worden van volleybal. Maar werken met je passie is ook rijkdom.

De Nevobo ontwikkelt door, denkt na over dat wat het beste is voor volleyballend Nederland. Er ligt een nieuw strategisch plan voor de komende 4 jaar. Het zou zomaar kunnen dat de huidige constructie over een paar jaar toch niet meer ideaal is, dat er kleine of grotere aanpassingen plaatsvinden. Ik vermoed dat het niet meer wordt zoals het eerder was, de opleidingen zullen niet meer teruggaan naar de Nevobo, er zal steeds meer worden ingezet op ondernemerschap. Maar in welke vorm? We zullen zien, time will tell.