StoplichtZijn we verzekerd tégen samendoen?

Gisterenavond stond mijn man met motorpech in niet de beste wijk van Utrecht. Hij had net mijn dochter opgehaald van een schoolfeest en strandde bij een stoplicht om ongeveer half elf. Gelukkig is hij aangesloten bij een hulpdienst en goed verzekerd, dus wachten op hulp. Dat zou volgens de telefooncentrale ongeveer drie kwartier duren, in de praktijk werd dat anderhalf uur in de kou.

Het bijzondere aan de situatie was dat meerdere (allochtone) voorbijgangers stopten om hulp aan te bieden. De één wist erg veel van motoren en wilde wel even kijken, de ander wilde hem wel naar huis brengen (“dat kost wel geld hoor”). Steeds antwoordde mijn man “Nee, dank je. Ik ben verzekerd en er komt iemand aan”. Als reactie krijg hij: “o ja verzekeren, daar doen wij niet aan”.

Ik hoorde zijn verhaal aan en was gecharmeerd van het vriendschappelijke en sociale gebaar van de voorbijgangers. Een stukje zelfreflectie liet mij inzien dat ik dat nooit doe. Ik stop nooit. Ik denk altijd, er is vast wel een hulpdienst onderweg. Wat zou ik doen als dat niet zo vanzelfsprekend was? Zou ik dan hulpvaardiger zijn? Ik denk van wel… ben ik daar een uitzondering in? Ik denk van niet…

Betekent dat dat onze luxe positie om ons tegen alles te verzekeren ons minder laat verenigen? Vroeger toen er nog geen werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkering was kon je bij de gemeenschap terecht voor hulp als je aangesloten was bij een kerkgenootschap. Zo zijn er meer voorbeelden…

Is samendoen geen noodzaak meer omdat we het afkopen? En is het dan zo eenvoudig dat we weer meer tot samendoen komen als we het minder afkopen?