Pop of top?

Weg met het Persoonlijk Ontwikkel Plan

Talentontwikkeling is bij sport één van de normaalste zaken van de wereld. Sterker nog daar draait de topsport om en in de breedte sport krijgt het ook steeds meer focus. Want waarom zou je de talenten van een speler in de breedtesport onbenut laten? Iedereen heeft talenten, iedereen scoort wel ergens beter op dan gemiddeld. Het grote voordeel van talentontwikkeling is dat je een verbetering inzet in dat waar je, van nature, al goed in bent. En dat waar je goed in bent vindt je (meestal) ook leuk, kost weinig energie of levert zelfs energie op. Het geeft je zelfvertrouwen, motiveert en laat je met plezier
sporten. De beste manier om mensen en zeker jeugd aan het sporten te houden.

In mijn jaren als fieldmanager in het bedrijfsleven heb ik juist gezien dat de nadruk wordt gelegd op dat wat niet zo goed gaat. In het persoonlijk ontwikkelplan (POP) is er vaak een speciaal hoofdstuk aan gewijd. Als een eigenschap zo ver beneden maat scoort dat het de werkzaamheden in de wegstaat, zal er iets gedaan moeten worden, dat ga ik niet betwisten, maar een talent zal je nooit worden op de punten waar je nu al zwak op scoort. Een inspanning om het tot aanvaardbaar niveau te brengen is prima, daarna moet je stoppen! Er gaat meer energie in dan dat er ooit uit zal komen, wie weet zelfs met een burnout tot gevolg.

energy drain

Een focus op dat wat al goed gaat, waar al een (beginnend) talent zichtbaar is, daar energie insteken, dat gaat een talent groot maken. Ook in het bedrijfsleven! Of juist in het bedrijfsleven. Hier kan men nog zoveel leren van de sport. Als een afdeling HRM start met het persoonlijk ontwikkelplan (de POP) om te zetten in een talent ontwikkelplan (de TOP), maakt men een eerste statement. Daarmee wordt een duidelijke richting bepaald. Volgens mij werkt dit sterk in de binding van je personeel en de aantrekkelijkheid van je bedrijf.

Je kunt de echte top bereiken als je “een beperking” dusdanig weet in te zetten bij de talenten die je al hebt. Dat is de allergrootste kracht; een goede zwemmer met extreem grote voeten kan deze “handicap” erg goed gebruiken bij de snelheid die hij nodig heeft om records te breken. Maar een goede tester in het bedrijfsleven met de eigenschappen komend van een licht autistische beperking kan zijn talent laten groeien door het inzetten van zijn vermogen om bijna bovenmenselijk te focussen.

Als managers meer zouden kijken naar de talenten van medewerkers. En de beperkingen alleen zouden aanpakken ten behoeve van het talent of indien ze de werkzaamheden echt in de weg zouden staan. Dan zou er veel meer talent in het bedrijfsleven komen bovendrijven. En meer mensen met plezier aan het werk zijn. Daarvan ben ik overtuigd!